Click here to read this article in English
Vlaggen maken alles beter. Of tenminse, zo lijken veel Britten in het Verenigd Koninkrijk er momenteel over te denken. Waar ik de Union Flag voorheen vooral als een leukigheidje zag op bepaalde producten, wordt de vlag steeds meer als politiek symbool omarmd (en verworpen).
Ik ben een paar keer in Amerika geweest en het verbaasde me niets dat ik de Stars en Stripes werkelijk overal tegenkwam. Bij elke Perkins of Ihop waar ik ‘s ochtends een komisch groot ontbijt naar binnen werkte (mijn hart was niet van het komische element overtuigd), wapperde buiten het etablissement een vlag ter grootte van het vloeroppervlak van een gemiddelde Nederlandse tussenwoning. Bij Walmart, het strand of bij doodgewone woningen was het trouwens niet anders. Geen wonder dat Amerikaanse kinderen op school elke ochtend trouw moeten zweren aan hun nationale driekleur.
De relatie van de Britten met hun Union Flag (of Union Jack, hoe je het ook maar noemen wilt) is niet van dezelfde orde van grootte. Toen ik in het VK kwam wonen kwam de vlag voornamelijk als een mode-artikel op mij over; een leuke opdruk voor een t-shirt, of om het dak van een Mini Cooper mee te versieren. Zelf heb ik bijvoorbeeld een ‘edgy’ mok met een Union Flag erop in de keukenkast staan.
Maar die dagen zijn voorbij. In recente jaren, en dan vooral na de Brexit, lijken fabrikanten massaal te hebben gedacht hun slaatje te kunnen slaan uit het opgeleefde nationalisme van een deel van de bevolking. En dat vindt overal zijn doorwerking. Op Reddit heb ik bijvoorbeeld een aantal amusante verhalen gelezen van supermarktmedewerkers over orders voor bezorging waar de klant als commentaar heeft toegevoegd dat ze ‘alleen Brits voedsel willen’. En dat zijn blijkbaar geen uitzonderingen. Ik wens deze mensen trouwens veel succes bij het vinden van Britse bananen en Britse thee. Zelfs het oer-Britse HP Sauce wordt tegenwoordig in Nederland gemaakt.
Deze vraag naar Britse producten heeft ertoe geleidt dat als een product Brits is, dat de klant het moet weten ook. En hoe is dat beter te doen dan de vlag pontificaal op de verpakking te zetten. Het symbool waar soldaten hun leven voor geven staat derhalve op pakjes rundvlees, brood, aardbeien, chips en zakken wortels. Misschien dat zo’n vlaggetje erop ervoor zorgt dat het beter smaakt, maakt voor een buitenstaander zoals ik komt het een beetje geforceerd over. En zelfs als de vlag er niet op staat, dan moet het patriottische gevoel van de klant worden opgewekt. McDonald’s praat Britten graag extra chlorestorol aan door te benadrukken dat ze ‘alleen Brits en Iers rundvlees gebruiken’, en Co-op maakte het helemaal bont door zakken met ijsklontjes te verkopen waar ‘gemaakt van Brits water’ op staat.
De vlaggenverkoop lijkt ook in de lift te zitten. Vrijwel elke Conservatieve politicus laat zich niet meer zien in een Zoomgesprek zonder tenminste 1 Union Jack op de achtergrond in hun woonkamer, steeds vaker ook in combinatie met een portret van koningin Elizabeth. Toen de Conservatieven het na deze vlaggenshow beter gingen doen in de peilingen, besloot Labour-leider Keir Starmer dat politici van Labour hetzelfde moesten gaan doen. Meer vlag, minder inhoud.
Dat wil echter niet zeggen dat elke Brit door deze vlaggenkoorts gegrepen is. Vooral veel mensen die behoren tot het politieke midden of zich tot de linkerzijde rekenen steken hun scepsis niet onder stoelen of banken. Op Twitter laten zij regelmatig hun mening horen over de vlaggenhype; zij noemen de mensen die zich door de vlag laten verleiden ‘vlagneukers’ en de grappen over deze met vlaggen copulerende patriotten zijn niet van de lucht.
Ik drink zelf niet meer uit mijn mok met de Union Jack erop. Als zelfs mijn bakkie troost mij aan Brexit herinnert, dan laat ik deze mok liever in de kast staan en wacht ik met smart op het moment dat deze vlag weer gewoon een vlag kan zijn.
Categories:Nederlands